Ward Huybs kende, net zoals meerdere beloften, een moeilijk seizoen in het veld door de coronacrisis. Ze zijn namelijk allemaal genoodzaakt om tussen de profs te strijden en komen dus zo amper voor en maken zelden kans om te strijden voor mooie ereplaatsen. Enkel op het WK werd er per categorie gestreden om de titel.
Foto van Loetie photography
Had u vroeger een andere passie dan de cross?
"Vroeger speelde ik samen met mijn broer voetbal bij Wolfsdonk, maar door lichte pesterijen heb ik besloten om te stoppen met voetballen. Doordat mijn vader vroeger in het koersmilieu zat, als trainer weliswaar, ben ik begonnen met het fietsen,. Toen was ik ongeveer negen jaar oud. Ik ben begonnen op de mountainbike en later heb ik er de cross en de weg ook bijgenomen. Na een aantal jaar heb ik van het crossen mijn hoofddoel gemaakt."
Welk klassement wilt u later zeker op uw palmares hebben staan?
"Alle klassementen interesseren mij wel maar met de kleppers van nu zal het uiteraard moeilijk worden om een van de drie klassementen op mijn naam te schrijven. Ondanks de grote passie voor de cross sluit ik een toekomst op de weg zeker nog niet uit, maar mijn hoofddoel blijft uiteraard wel de cross."
Is Thibau uw grootste concurrent in de cross?
"Thibau is uiteraard een concurrent, net zoals de rest, maar ik kom gewoon heel goed met hem overeen. We zijn al een lange tijd ploegmaten en kamergenoten dus we gunnen elkaar het succes wel. Uiteraard heeft Thibau al meer succes geboekt, maar dat vind ik totaal niet erg. Op dit moment staat hij een paar stappen verder, maar ik hoop om de komende jaren ook dezelfde stappen te kunnen zetten dan hem en dan zien we wel waar ik sta."
Hoe is het om onder de leiding van Sven Nys te crossen?
"Het is altijd al een droom geweest om voor Sven zijn ploeg te kunnen rijden, dus ik was uiteraard super blij toen ik te horen kreeg dat ik een kans kreeg in dit team. Sven zal er altijd zijn om mijn vragen te beantwoorden en om hier en daar nog wat tips te geven over het parcours of over de bandendruk. daar ben ik hem heel dankbaar voor!"
Hoe zou u uzelf omschrijven als crosser?
"Als iemand die lang een hoog tempo kan aanhouden. Korte en steile hellingen liggen mij bijvoorbeeld iets minder. In de cross kan ik op technisch vlak zeker mijn mannetje staan maar het is niet perfect, er is nog ruimte voor verbetering richting de toekomst. Als ik mijn sterkste element zou moeten geven dan is het door het zand rijden, ik doe dit enorm graag, waarschijnlijk wel omdat dit altijd al vrij goed gegaan is in het verleden."
Hebt u een specifieke voorbereiding voor de cross?
"Mijn team (ouders + mekaniekers) en ik zijn altijd 4 uur op voorhand aanwezig op de cross. Dan worden mijn fietsen bij aankomst klaargezet zodat ik na mijn maaltijd, die ik drie uur voor de start neem, kan vertrekken om het parcours te gaan verkennen. Verder kijk ik nog een stukje van de cross van de vrouwen. Een uur voor de start begin ik aan mijn opwarming. Na mijn opwarming ga ik me nog omkleden en verder klaarmaken zodat ik naar de start kan vertrekken."
Hebt u doelen om later een grote ronde te kunnen rijden?
"Voorlopig kan ik daar nog niet echt een antwoord op geven, ik ken mezelf nog niet zo goed als wegrenner maar zoals eerder gezegd sta ik er wel voor open om een toekomst op de weg af te werken. Komend wegseizoen krijg ik de kans om een paar wegwedstrijden te betwisten bij de elites, hieruit kan ik dan al conclusies trekken en eventuele doelen voorop stellen."
Van wie leert u het meest tijdens de trainingen?
"Ik werk het grootste deel van mijn trainingen alleen af dus dan leer ik alleen van mezelf, maar tijdens de teamtrainingen leer ik van iedereen wel een beetje bij. Ik probeer Toon Aerts als voorbeeld te nemen, ook omdat hij zijn studies nog heeft afgewerkt en op latere leeftijd echt top is geworden in het wielrennen."
Hebt u door slechte resultaten ooit aan stoppen gedacht?
"Het is voor mij op mentaal vlak een moeilijk seizoen geweest omdat we altijd met de elites moesten starten. Maar ik was wel blij dat ik nog kon koersen in tegenstelling tot andere leeftijdsgenoten. Maar aan stoppen heb ik niet echt gedacht, wel heb ik zeer moeilijke momenten gekend maar daar ben ik wel altijd terug bovenop gekomen."
Tot slot, wat zou u de jeugd aanraden om ooit aan de top te geraken in het wielrennen?
"Ik zou de jeugd aanraden om het plezier voorop te stellen en niet het resultaat. Op jongere leeftijd is het belangrijk om nog niet te veel te trainen, je mag geen enkele stap overslaan. Verder moet je er altijd in blijven geloven en mag je nooit het plezier van het fietsen verliezen, ook niet tijdens deze moeilijke periode. Zelf ben ik ook nog niet aan de absolute top, ook ik heb nog een lange weg af te leggen en ga er alles aan doen om mijn hoogst mogelijke niveau te bereiken en dan zien waar ik uitkom tussen de grote namen."
Reactie plaatsen
Reacties