Klaas Vantornout gaf een woordje uitleg aan veldritnieuws over zijn prachtige loopbaan als veldrijder. Positieve en negatieve momenten kregen we van de tweevoudig Belgische kampioen te horen. Wie waren zijn grootste concurrenten? Zijn voorbereidingen op een cross? Dit leest u allemaal in dit interview.
Foto van Davy De Blieck
Vantornout won crossen in verschillende klassementen in zijn carrière, maar eentje had toch wel een voorkeur op de rest. "De Superprestige krijgt toch een streepje voor op de anderen. We kregen zware crossen voorgeschoteld en dat behoorde meer tot mijn mogelijkheden. Het waren ook vaak crossen die dichter bij huis waren dan de andere klassementen." Vantornout won in zijn loopbaan twee keer de Belgische titel, maar welke van de twee was het speciaalst? "Dan ga ik toch voor de eerste! Wanneer je voor het eerst de Belgische driekleur in ontvangst mag nemen, is het zeker iets speciaal. Je weet ook niet wat er nadien op je af zal komen nu je Belgisch kampioen bent. Zeker ook als je kijkt op de manier waarop ik deze cross heb gewonnen, vanaf de eerste ronde weggereden." Naast zijn twee Belgische titels greep Vantornout ook eens nét naast de Wereldtitel in het Amerikaanse Louisville, maar daar denkt hij liever niet meer over na, zegt hij. "Daar wil ik liever niet over spreken (lacht), ik was dat jaar toen Belgisch kampioen maar wou uiteraard ook de regenboogtrui verzilveren. Helaas bleef ik in de laatste ronde haperen waardoor ik de aansluiting met Nys niet meer kon maken. Desondanks was het seizoen van 2013 mijn allerbeste jaar ooit op de crossfiets." De crossen die Vantornout won kreeg hij uiteraard niet cadeau, daarvoor stonden enkele concurrenten in de weg. "De grootste kleppers tegen wie ik gestreden heb zijn Vervecken, Albert, Nys, Wellens en Groenendaal. Het zijn stuk voor stuk wereldkampioenen die ik toch eens heb kunnen kloppen."
Had Vantornout speciale voorbereidingen op een crossdag? "Niet echt, het ging meestal als volgt: Opstaan, douchen, op de rollen rijden, naar de verkenning, eten, relaxen, klaarmaken en dan één uur lang knallen. Ik had ook geen andere voorbereidingen voor een kampioenschap, al kon ik er wel enorm naar pieken. Vooral mentaal kon ik me daar op focussen, en dat kan wonderen doen." Heeft Vantornout geen heimwee dat hij gestopt is met het veldrijden? "Het klinkt raar, maar neen! Het was uiteraard een hobby, nu nog steeds. Nu heb ik een ander rustig leventje waar ik volop van geniet zonder druk en stress." Tot slot had Vantornout nog een belangrijke boodschap voor de jonge renners. "Je moet doen wat je graag doet! Je moet vooral geen druk voelen en veel fun hebben , dan valt alles vanzelf wel in zijn plooi."
Reactie plaatsen
Reacties